Het symposium ‘Op naar een klimaataanpak voor wonen’ dat donderdag 14 april 2016 is gehouden in DeFabrique in Utrecht heeft heel wat losgemaakt. Het interactieve symposium is georganiseerd door De Verduurzamers (een samenwerkingsverband van Heijmans, Talen Vastgoedonderhoud,  agNOVA architecten en Trecodome) voor woningcorporaties en gemeenten. Bevlogen sprekers gaven er hun uitgesproken visie op CO2-reductie, terugdringen van energieverbruik, betaalbaar wonen en de rol van de mens in dit geheel.

Directeur Chiel Boonstra van Trecodome, een adviesbureau op het gebied van passief bouwen, viel met de deur in huis: het terugdringen van energieverbruik levert niet automatisch voldoende CO2-reductie op. Woningcorporaties moeten zich meer op dit laatste richten, want daar gaat het om. Trek woningen ‘een warme jas aan’, isoleer ze dus goed, maak maximaal gebruik van duurzame energiebronnen (zon, wind en biomassa) en verdeel de energie collectief via alle energiedragers: warmte, gas en elektriciteit. Richt je daarbij op de doelstellingen van 2050; doe geen desinvesteringen maar doe wat je doet ook ècht goed. Investeringen kunnen stapsgewijs worden gedaan en worden vervlochten met andere agenda’s: onderhoudstechnische maar ook sociaal-maatschappelijke.

Gedragsverandering is van groot belang, daar begint de reductie van de energiebehoefte mee, aldus Hugo Priemus, emeritus hoogleraar Volkshuisvesting TU Delft. Dat geldt overigens niet alleen voor bewoners van sociale huurwoningen, maar voor ons allemaal. Een trui aantrekken in plaats van de thermostaat hoger zetten, diezelfde thermostaat ’s nachts lager zetten, ramen en deuren niet onnodig open laten staan, dragen allemaal bij aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Echter, het opleggen van CO2-reducerende maatregelen van bovenaf werkt niet, volgens Maarten Desmet, partner van ndvr.be en bestuurslid van de Universiteit voor het Algemeen Belang (UAB). Het gaat erom betrokkenheid en draagvlak te creëren. Dat doe je door goed naar bewoners te luisteren, te discussiëren, ideeën uit te wisselen en aan te sluiten bij hun wensen. Door een platform te bieden aan zowel overheden en beleidsmakers als bewoners en andere belanghebbers kun je samen een doel stellen waarvoor iedereen zich verantwoordelijk voelt en dat vervolgens realiseren. Met twee sprekende voorbeelden uit Vlaanderen weet hij zijn betoog goed te illustreren.

Priemus toont zich met Boonstra kritisch over de gevolgen van de Nul-op-de-Meter-aanpak die momenteel door menig corporaties en gemeente als de enige juiste weg wordt gezien. Een te nauwe definitie levert geen maatwerk-oplossingen en gaat voorbij aan kansen die door innovatie worden geboden. Deze stellingname bracht sommige deelnemers danig in verwarring. Gespreksleider Ilta van der Mast (Twynstra Gudde) wist tijdens de paneldiscussie aan een directeur-bestuurder van een woningcorporatie de opmerking te ontlokken: “Twee uur geleden dacht ik nog erg goed bezig te zijn, maar nu moet ik die mening toch herzien.”

Naast nieuwe inzichten wil het symposium ook voorsorteren op een praktisch vervolg. De paneldiscussie werd afgesloten met 13 aanbevelingen voor woningcorporaties. Deze zijn te vinden op de website van het symposium: www.klimaataanpakwonen.nl.